Vanuit de overheid moeten alle docenten in het hoger beroepsonderwijs een basiskwalificatie
examinering (BKE) halen. Dit boek bevat de theoretische basis die een hbo-docent nodig heeft om
de bewijsstukken voor deze verplichte BKE-certificering te kunnen leveren. De praktische
voorbeelden in het boek geven een handreiking bij het maken van verschillende soorten toetsen.
De reflectievragen en portfolio-opdrachten helpen hbo-docenten bij het inschatten van de eigen
bekwaamheid op het gebied van toetsen. De vele cases en tips zijn afkomstig vanuit de praktijk
van verschillende hogescholen. De BKE richt zich op het doorlopen van de toetscyclus binnen het
eigen vak module. Deze kwalificatie is nodig als een docent optreedt als examinator. Met
examinator wordt in het hoger beroepsonderwijs iedere docent bedoeld die eindverantwoordelijk
is voor één of meer fasen van de toetscyclus. Deze toetscyclus bestaat uit 7 fasen. De
examinator ontwerpt en construeert een toets (fase 1 t m 3) neemt deze af en beoordeelt (fase
4) analyseert en registreert (fase 5 en 6). Essentieel voor de borging van de kwaliteit van
het toetsproces is fase 7: de examinator evalueert het doorlopen van alle fasen en benoemt
verbeteracties voor een volgende cyclus. De BKE is onderdeel van de Basiskwalificatie
Didactische Bekwaamheid (BDB). Alle hbo-docenten moeten aan de eindtermen van de BDB voldoen en
beschikken over de BKE-kwalificatie.